
De Fietsersbond vindt dat de fiets komend decennium een nog grotere rol kan spelen. De potentie voor groei is enorm en kent alleen maar positieve effecten. We willen het aandeel van de fiets in ritten tot 7,5 kilometer verder verhogen tot gemiddeld 40 procent in 2015 en 50 procent in 2020. Een dergelijke groei lukt niet met de huidige voorzieningen. Zonder vooruitziende blik zal de groei van het fietsgebruik stranden op de grenzen die we nu her en der al zien. Vooral in de drukke steden moet er letterlijk meer ruimte komen voor de fiets. In binnensteden betekent een keuze voor voetgangers en fietsers een keuze voor kwaliteit en leefbaarheid. Voorwaarde voor een verdere groei is verder dat de verkeersveiligheid van met name oudere fietsers verbetert, door het aanpakken van lokale knelpunten.
De belangrijkste concrete programmapunten die de Fietsersbond voorstelt zijn:
- bij ruimtelijke plannen uitgaan van de potentie van de fiets als stedenbouwkundige drager;
- verbeteren en uitbreiden van het netwerk van fietsroutes, rekening houdend met toenemende intensiteiten en diverse soorten fietsen met verschillende snelheden;
- goed sneeuw-en ijsvrij houden van fietsroutes en niet bezuinigen op beheer en onderhoud;
- aanleg van snelfietsroutes;
- lokale actieplannen om de verkeersveiligheid van fietsers te verbeteren;
- snorfietsen niet langer op het fietspad;
- forse uitbreiding van het aantal fietsparkeervoorzieningen in binnensteden, bij stations en voorzieningen; geen algemene fietsparkeerverboden;
- opnemen van fietsparkeernormen in bestemmingsplannen.
