De toename van het aantal recreatieve wielrenners en het aantal wielertoertochten leggen te veel druk op het Limburgse heuvellandschap, en de bewoners van de streek. Daarom komt er een vergunningsplicht voor wielertoertochten met meer dan 250 deelnemers. Zuid-Limburg staat bekend als de belangrijkste wielerregio voor fietsend Nederland. Vele tienduizenden wielrenners trekken jaarlijks naar dit heuvellandschap om te fietsen of deel te nemen aan een van de vele wielertoertochten. Dat leidt steeds vaker tot ongewenste situaties op het gebied van verdraagzaamheid, leefbaarheid en veiligheid voor de bewoners en voor de deelnemers, zo stelt de provincie Limburg.
De Nederlandse gemeenten Valkenburg aan de Geul, Voerendaal, Vaals, Gulpen-Wittem, Eijsden-Margraten en de Belgische gemeente Voeren hebben daarom afspraken gemaakt om gezamelijk het aantal toertochten te beperken. De provincie Limburg ondersteunt het beleid en vraagt ook andere gemeenten om zich daarbij aan te sluiten.
Er komt een vergunningsplicht voor wielertoertochten met meer dan 250 deelnemers. Organisaties van wielertoertochten kunnen voortaan via één uniform aanvraagformulier een vergunning aanvragen bij alle gemeenten via een coördinatiepunt. Aan wielertoertochten groter dan 250 deelnemers wordt een bijdrage van € 0,50 per deelnemer gevraagd voor de financiering van het coördinatiepunt. Het coördinatiepunt zal gaan letten op routes, spreiding en data van de wielertoertochten.
Vanaf 2014 zullen in het totale gebied van deze gemeenten nog maar maximaal negen toertochten groter dan 1.000 deelnemers en drie toertochten groter dan 5.000 deelnemers worden toegestaan. De APV’s van de deelnemende gemeenten worden uniform aangepast ten aanzien van dit beleid wielertoertochten.