Eind februari berichtte het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP)over stress rondom scholen door parkeerproblemen en files. Het SCP pleit in haar rapport ‘Gezinnen Onderweg’ voor een aparte parkeerstrook, de zoef- en zoenstrook. De Fietsersbond noemt dit op haar website terecht een merkwaardig pleidooi in een tijd dat gemeenten, scholen en diverse organisaties zich juist inzetten voor het weren van auto’s rond de scholen en het stimuleren van fietsgebruik onder kinderen. En daar zijn heel veel argumenten voor.
Faciliteren van het fietsgebruik door ouders en kinderen is een principieel andere keuze dan het creeeren van een parkeerstrook waar gehaaste ouders snel hun kind kunnen droppen. Fietsgebruik stimuleren is investeren in de toekomst van de kinderen en daarmee van Nederland, door basisscholen goed bereikbaar te maken per fiets en voldoende stallingsmogelijkheden te bieden, zodat ouders niet bang hoeven te zijn voor diefstal.
Jong geleerd
Jong geleerd is oud gedaan: Hoe eerder kinderen leren fietsen, hoe beter ze voorbereid zijn als ze rond hun 12e levensjaar zelfstandig naar het voortgezet onderwijs moeten fietsen. Tot hun 12e kunnen kinderen het fietsen leren, eerst met de ouders en later zelfstandig in hun vertrouwde omgeving naar de basisschool en naar vriendjes. Door veel en regelmatig te fietsen, krijgen ze ervaring en een goed inzicht in het verkeer. Hoe beter dat inzicht is, hoe veiliger de fietsroute naar het VO zal zijn. Voorwaarde is dan wel dat deze fietsende kinderen dan veilig kunnen oefenen, en niet van de weg gedrukt worden door de autorijdende ouders rondom de school.
Beweging
Een ander voordeel van fietsen naar school, is dat kinderen dagelijks in beweging zijn. Dat is goed voor de ontwikkeling van het lichaam en gaat overgewicht tegen. Bovendien is lichaamsbeweging goed voor de concentratie. Kortom, fietsende kinderen zijn fitter en leren meer op school.
Zelfstandig
De leeftijd waarop kinderen zelfstandig naar school fietsen, is de afgelopen 30 jaar opgelopen van 6,5 jaar naar 9,5 jaar. Uit de enquêteresultaten van Wijken voor de Fiets, een project van de Fietsersbond, blijkt zelfs dat die leeftijd nog verder oploopt tot boven de 10 jaar. De periode waarin kinderen hun fietservaring kunnen opdoen voordat ze naar de middelbare school gaan, wordt daarmee wel erg kort. En kort oefenen wil zeggen: niet alles al een keer gezien hebben, dus slechter in staat om verkeerssituaties in te schatten.
Veilig
Uit onderzoek blijkt dat Nederland nog altijd het veiligste land is op verkeersgebied, samen met Groot Brittannië. Maar in Nederland doen we dat met maar liefst 27 procent fietsende verkeersdeelnemers (tegenover de Britten van minder dan 1 procent). Het Nederlandse verkeer is objectief gezien niet onveilig en fietsen al helemaal niet.
Veilige schoolomgeving
De Fietsersbond roept op deze voorsprong te behouden en zelfs uit te breiden. Hoe? Door te investeren in groei van veilig fietsgebruik van kinderen in plaats van het faciliteren van gehaaste en ronkende auto’s bij basisscholen. Dus door een echt veilige schoolomgeving te creeeren. Hoe dat kan staat in de checklist veilige schoolomgeving die de Fietsersbond op haar website publiceert. Enne, ben je nu toevallig een ouder van een basisschoolkind: breng je kind dan eens op de fiets naar school. Heb je zelf ook je beweging alvast gehad voor die dag!